Economisch
In dit onderdeel gaan we het hebben over de economie in de Gouden Eeuw.
In de Gouden Eeuw was Nederland een rijk land, dit kwam door de vele handel die gedreven werd. Via de zee werd veel gehandeld. Vooral Amsterdam was een grote handelsstad, daarom was er een plek nodig waar alles verhandeld kon worden: De Beurs. Deze werd ontworpen door Hendrick de Keyser en de bouw was gereed in 1611. Amsterdam werd een stapelmarkt waar goederen uit heel Europa werden opgeslagen om daarna weer in binnen- en buitenland te worden verkocht. Met de rijke kooplieden die alles deden om zo veel mogelijk winst te maken was Amsterdam het centrum van het opkomende kapitalisme.
Er werd gehandeld in vele goederen: graan, hout en bont uit Noord-Europa, wijn, zuidvruchten en zout uit Zuid-Europa, specerijen uit Azië en suiker en tabak uit Amerika. De Nederlandse schepen zorgde voor een groot deel voor de internationale handel in Europa. De handel met Amerika werd gedaan door de W.I.C (West Indische compagnie), deze is opgericht in 1621 en opgeheven in 1674. De handel met Azië werd gedaan door de V.O.C (Verenigd Oost-Indische Compagnie), deze is opgericht in 1602 en opgeheven in 1798. Deze 2 bedrijven waren van groot belang voor de Nederlandse economie, Nederland verdiende er heel veel geld aan en er was hierdoor veel werk te vinden. Ook kwam hierdoor de wereldeconomie aan de man, dit houd in dat er tussen land over de hele wereld handel werd gedreven. Daarom ook wel wereldeconomie.
Ook had je natuurlijk de landbouwsector, ook deze was nog steeds heel belangrijk. Er was veel veeteelt en gewasverbouwing in Nederland, dit was goed mogelijk omdat in Nederland weel vlakke stukken grond waren die goed te bewerken waren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb